![]() Op trefwoord
Op alfabet
![]() |
Depressie
Symptomen
Het belangrijkste kenmerk van een depressie is een lang aanhoudende, tenminste 2 weken durende, somberheid. Sombere gevoelens die enkele uren of dagen duren heeft iedereen wel eens, ze horen bij het dagelijks leven en duiden in het algemeen niet op een depressie. Naast somberheid zijn er een groot aantal andere symptomen die kunnen passen bij een depressie zoals: -lusteloosheid, een gebrek aan interesse of plezier, een gevoel van leegheid: niet kunnen lachen maar ook niet kunnen huilen -moeite met het nemen van beslissingen -concentratieproblemen -minderwaardigheids- of schuldgevoelens -een gevoel van traagheid: het gevoel dat het denken langzamer verloopt en de gewone dagelijkse activiteiten niet of slechts met veel moeite kunnen worden uitgevoerd -of juist een opgejaagd, geirriteerd gevoel -verlies van seksueel verlangen -gedachten aan de dood, suicidegedachten -slaapstoornissen zoals overmatig slapen, vaker echter vroeg in de ochtend wakker worden met opzien tegen de dag -lichamelijke klachten zoals vermoeidheid, een verminderde eetlust met gewichtsverlies maar ook een toenemend gewicht door overeten, of een moeizame ontlastig Depressies komen vaak voor. Ze ontstaan meestal in de loop van enkele dagen tot weken en duren onbehandeld gemiddeld 6 tot 9 maanden, soms echter langer dan 2 jaar. Na herstel kan een depressie in de loop van het leven meermaals terugkeren. De ernst wordt bepaald door het aantal van de bovengenoemde symptomen, de intensiteit ervan en de gevolgen voor het dagelijks leven. Men onderscheidt milde depressies, waarbij naast somberheid en/of gebrek aan interesse of plezier nog 2 of 3 en ernstige depressies met 5 of meer van bovengenoemde symptomen. Soms wisselen perioden met depressieve klachten zich af met perioden waarin men opvallend druk, gejaagd en spontaan is met daarnaast een overmatige dadendrang. Men spreekt dan van een manisch-depressieve stoornis. terug naar boven Hoe kom je er aan? Zoals bij de meeste psychische en psychiatrische aandoeningen wordt tegenwoordig uitgegaan van een combinatie van elkaar beinvloedende oorzaken. Terwijl in de jaren zeventig vooral aandacht werd gegeven aan opvoeding en milieu, dus vooral aan psychologische en sociale oorzaken van psychische ziekten, wordt in de huidige tijd ook veel aandacht besteed aan lichamelijke (biologische) en erfelijke factoren. Hoe een depressie ontstaat is nog zeker niet volledig duidelijk. Waarschijnlijk speelt bij het ontstaan een bepaalde mate van aanleg voor het ontwikkelen van een depressie een belangrijke rol. Die aanleg kan erfelijk bepaald zijn, depressies komen namelijk in sommige families meer voor. Traumatische ervaringen in de jeugd kunnen de psychische draagkracht verminderen en de kans op het krijgen van een depressie vergroten. De rol van neurotransmittors, stoffen die zorgen voor de prikkeloverdracht in de hersenen, zoals serotonine en norepinefrine, is ook nog onduidelijk. Beinvloeding van de serotoninestofwisseling door medicijnen (antidepressiva) heeft echter een gunstige invloed op het beloop van een depressie. Ook lichamelijke ziekten, zoals een te trage schildklierfunktie of medicijnen, zoals betablokkers, kunnen het ontstaan van een depressie beinvloeden. Een depressie kan ontstaan na het verlies van een dierbare, na teleurstellende ervaringen in de persoonlijke levenssfeer maar ook na b.v. een bevalling (post natale depressie). Gebrek aan licht kan soms bijdragen aan het ontstaan van een depressie (de winterdepressie). Lang niet altijd zijn er echter duidelijke oorzaken aan te wijzen voor het ontstaan van een depressie. Een depressie kan iemand ook zonder enige aanleiding overvallen. Het is belangrijk u te realiseren dat een depressie een ziekte is en niet wordt veroorzaakt door zwakte of gebrek aan wilskracht. U bent er dan ook niet schuldig aan. terug naar boven Wat u zelf kunt doen Een milde depressie kan na verloop van tijd vanzelf, op eigen kracht weer verdwijnen. De volgende adviezen kunnen daarbij behulpzaam zijn: -zorg voor een regelmatige indeling van de dag: op tijd opstaan, op tijd naar bed en regelmatig en op vaste tijden eten -blijf indien mogelijk doorwerken, eventueel in een rustiger tempo -ga door met of ga sporten, fietsen, wandelen of zwemmen -onderhoud uw sociale contacten, praat over uw gevoelens met familie of vrienden -vermijd overmatig alcoholgebruik -probeer niet te veel eisen aan uzelf te stellen, gun uzelf de tijd. Een depressie is een ziekte. Dat u deze ziekte heeft is niet uw schuld. U mag er best aan toegeven -richt u op doelen waaraan u op korte termijn kunt voldoen -zorg voor voldoende ontspanning -ga niet op vakantie als u er niet van kunt genieten Indien u er zelf niet uit komt of indien u het vermoeden heeft dat er sprake is van een ernstige depressie is het verstandig uw huisarts om advies te vragen. terug naar boven Behandeling Uw huisarts zal met u nagaan of er sprake is van een depressie, hoe ernstig deze is en welke behandeling daarvoor het meest geschikt is. Indien steunende gesprekken en algemene adviezen niet voldoende helpen kan uw huisarts medicijnen voorschrijven, de zogenaamde antidepressiva. Er bestaan meerdere soorten antidepressiva. De belangrijkste twee zijn de tricyclische antidepressiva en de serotonine heropname remmers (SSRI's). Verschil in werking is er nauwelijks, wel is er verschil in bijwerkingen. De belangrijkste mogelijke bijwerkingen van tricyclische antidepressiva zijn slaperigheid, een droge mond, een moeizame ontlasting of moeilijk plassen, en een lage bloeddruk met duizeligheid na het opstaan. Vaak voorkomende bijwerkingen van SSRI's zijn maagdarmklachten en seksuele stoornissen. Veel bijwerkingen nemen na verloop van tijd weer af. Antidepressiva moeten enkele weken worden gebruikt voor ze gaan werken en moeten, indien ze werken, langere tijd, tenminste een half jaar worden doorgebruikt. In het algemeen zijn antidepressiva niet verslavend. Bij veel onrust of angst worden tijdens het begin van de behandeling met antidepressiva soms ook kalmerende medicijnen voorgeschreven. Gesprekstherapie (psychotherapie) bij een depressie is ook een regelmatig toepaste behandelwijze, vaak in combinatie met medicijnen ("praten en pillen"). Veelal zal uw huisarts u hiertoe verwijzen naar het algemeen maatschappelijk werk, een psycholoog, psychiater of een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. terug naar boven Gevolgen voor de omgeving/Mantelzorgers Leven in de nabijheid van een partner of naaste die depressief is kan zeer moeilijk zijn. Iemand die depressief is lijdt aan een soms ernstige ziekte. U zou hem of haar graag willen helpen en de behoefte aan hulp is ook groot. Maar soms lijkt alles wat u doet tevergeefs. Daar kunt u beiden niets aan doen. Iemand die depressief is heeft vaak niet de energie of de levenslust om uw hulp te accepteren en er iets mee te doen. Het is heel voorstelbaar dat u daardoor wel eens geirriteerd raakt of moedeloos wordt. Toch is het goed om met elkaar te blijven praten en om daarbij ook uw eigen gedachten en gevoelens te uiten. Probeer afspraken te maken over dingen die u samen kunt doen. Vermijdt daarbij teveel opbeurende woorden of goedbedoelde adviezen. Zorg ook voor uw eigen ontspanning en wees niet te kritisch op uzelf. terug naar boven |