![]() Op trefwoord
Op alfabet
![]() |
Etalagebenen (claudicatio intermittens)
Symptomen
Waar komt de naam etalagebenen vandaan ? Een persoon met etalagebenen krijgt na enige tijd lopen pijn in de spieren van zijn been of bil. Door even stil te staan neemt de pijn weer af. Soms doet hij dat voor de etalage van een winkel, het valt dan niet zo op. Vandaar de naam: etalagebenen. Etalagebenen ontstaan wanneer de beenspieren te weinig zuurstof krijgen. Zuurstof wordt aangevoerd via het bloed in de slagaders. Bij etalagebenen zijn deze slagaders vernauwd door aderverkalking (atherosclerose). Tijdens inspanning hebben de spieren meer zuurstof nodig, vooral tijdens sneller of tegen een helling lopen. Na enige tijd lopen ontstaan door een tekort aan doorbloeding en zuurstof pijn, krampen of een vermoeid gevoel in been of bil, meestal in de kuit, soms in beide benen tegelijk. Na een tot enkele minuten rusten verdwijnen de klachten weer. Doorlopen is weer mogelijk totdat de pijn opnieuw optreedt en weer even gerust moet worden. Bij een ernstige vernauwing treden de klachten al op na korte tijd lopen of ontstaan zelfs al in rust, vooral tijdens liggen. De pijn kan dan zeer heftig zijn. Door te gaan zitten met de benen omlaag neemt de pijn dan meestal weer wat af. Naast pijn en krampen kunnen ook andere symptomen van een verminderde doorbloeding aanwezig zijn zoals koude voeten, nagelveranderingen, afnemende haargroei op tenen of onderbenen en slecht genezende wondjes. terug naar boven Hoe kom je er aan? Etalagebenen ontstaan door een verminderde doorbloeding van de benen ten gevolge van aderverkalking. Het proces van aderverkalking begint al op jonge leeftijd, vanaf het 20e levensjaar. Jarenlang hoeft u daar geen last van te hebben, tot er problemen ontstaan in de vorm van etalagebenen of andere door aderverkalking veroorzaakte hart- en vaatziekten zoals angina pectoris, een hartinfarct of een beroerte. De belangrijkste risicofactor voor het ontstaan van etalagebenen is roken. Andere belangrijke risicofactoren zijn hoge bloeddruk en suikerziekte. De rol van een te hoog cholesterolgehalte is nog niet geheel duidelijk. Ook erfelijkheid speelt een rol: als u familieleden heeft in de eerste graad die voor hun zestigste verschijnselen kregen van bloedvatvernauwing loopt u ook een verhoogd risico. Sommige medicijnen met een bloedvatvernauwende (bij)werking, zoals ergotaminepreparaten (ter behandeling van migraine) of betablokkers (ter behandeling van b.v. hoge bloeddruk) kunnen de klachten van etalagebenen versterken. terug naar boven Wat u zelf kunt doen Op de eerste plaats is het zaak het voortschrijden van de onderliggende ziekte (de atherosclerose of aderverkalking) zoveel mogelijk tegen te gaan. Stop dus met roken. Meet uzelf een gezonde leefstijl aan. Zorg voor een gezond eetpatroon. Als u daar vragen over heeft raadpleeg dan uw arts of de di terug naar boven Behandeling Medicijnen hebben in het algemeen geen of slechts een beperkte invloed op de doorbloeding in de benen. Pijnstillers hebben ook weinig invloed op de pijn die ontstaat door het zuurstoftekort. Het lijkt voor de hand te liggen bloedvatverwijdende middelen te gebruiken. Deze hebben echter vooral invloed op de gezonde bloedvaten en minder op de door aderverkalking beschadigde bloedvaten. Het gezonde deel krijgt daardoor meer en het zieke deel juist minder bloed. Er bestaat een klein aantal medicijnen dat invloed heeft op de doorstroming van het bloed in de beschadigde bloedvaten. Indien andere maatregelen niet helpen of mogelijk zijn is met deze medicijnen een proefbehandeling te overwegen. Stoppen met roken en looptraining zijn echter de pijlers van de behandeling. Indien de klachten ernstig zijn, ondanks looptraining toch toenemen, er pijn in rust ontstaat of ernstige huidafwijkingen (zoals zweren of een zwarte verkleuring) dreigen te ontstaan zal de huisarts u verwijzen naar de (vaat)chirurg. De vaatchirurg zal in het vaatlaboratorium de druk in de bloedvaten, eventueel op een loopband, door middel van doppler-onderzoek laten bepalen. Daarna wordt vaak een duplexscan gemaakt. Een duplexscan is een combinatie van echo- en doppleronderzoek waarmee in veel gevallen de ernst en de lokalisatie van de vaatvernauwing(en) is te bepalen. Indien nodig is ook nog een angiografie mogelijk. Een angiografie is het zichtbaar maken van bloedvaten en vernauwingen door middel van rontgenonderzoek na het toedienen van contraststof, meestal via de lies. Op grond van deze onderzoeken kan voor de beste behandeling worden gekozen. Steeds vaker wordt daarbij gebruik gemaakt van de dotterprocedure: via een catheter in de lies wordt een ballonetje naar de vernauwing opgevoerd en vervolgens opgeblazen. Een tweede mogelijkheid is een chirurgische ingreep: de bypass-operatie, waarbij met een eigen ader of een kunstof bloedvat een omleiding wordt gemaakt langs de vernauwing. Indien dat allemaal niet meer mogelijk is en tenen, voet of benen bedreigd worden met afsterven is de enige nog resterende mogelijkheid een amputatie van het bedreigde deel van het been. terug naar boven |