Zoeken
Op trefwoord

Op alfabet

A B C D E F G H I
J K L M N O P Q R
S T U V W X Y Z
Prostaatkanker (prostaatcarcinoom)
Dit zoekresultaat behoort tot de meest voorkomende klachten bij de huisarts. Er zijn nog andere mogelijkheden. Neem bij twijfel contact op met uw huisarts.
  Wat is het/wat houdt het in?
  Hoe kom je er aan, preventie
  Wat u zelf kunt doen
  Behandeling
  Hoe gaat het verder.

Symptomen
  • Meestal geen
  • Plasproblemen (moeilijk plassen, slappe straal, nadruppelen)
  • Bloed in de urine
  • Urineweginfecties
  • Pijnklachten (vooral botpijnen in bekken en wervelkolom)
Wat is het/wat houdt het in?
Alleen mannen hebben een prostaat (in het Nederlands: voorstanderklier). Hij bevindt zich direct onder de blaas, daar waar de urineleider de blaas verlaat. De prostaat ligt om het begin van de urineleider heen. De beide zaadleiders, elk afkomstig van
terug naar boven

Hoe kom je er aan, preventie
Vanaf het 50ste levensjaar neemt de kans op het krijgen van prostaatkanker toe. Welke factoren bijdragen aan het ontstaan van prostaatkanker is nog niet duidelijk. Wel is zeker dat erfelijkheid een rol speelt: als een familielid in de eerste graad (vader, broer) prostaatkanker heeft is de kans het zelf ook te krijgen 2 tot 4 maal zo groot als normaal.

Momenteel wordt onderzocht of het zinvol is een bevolkingsonderzoek op te zetten naar het voorkomen van prostaatkanker, vergelijkbaar met het borstonderzoek bij vrouwen.
Het blijkt allemaal niet zo simpel te liggen: zoals we zagen worden de meeste mannen die prostaatkanker hebben er nooit ziek van. Van te voren is echter niet aan te tonen bij wie de kanker wel zal uitgroeien en bij wie niet. Zouden alle mannen bij wie bij bevolkingsonderzoek prostaatkankercellen werden aangetroffen worden behandeld, dan zou een groot aantal van hen voor niets behandeld worden.
terug naar boven

Wat u zelf kunt doen
U kunt zelf niet veel doen.
Als in de nabije familie prostaatkanker voorkomt is het wel zinvol na het vijftigste jaar de prostaat regelmatig te laten controleren.
terug naar boven

Behandeling
Op grond van klachten of risicofactoren zal de arts onderzoek starten naar het voorkomen van prostaatkanker. Daarvoor staan een aantal methoden ter beschikking: meting van de PSA, het rectaal toucher (het via de anus met de vinger aftasten van de prostaat) en echografie van de prostaat. Elk afzonderlijk zijn geen van deze methoden voldoende gevoelig en betrouwbaar. Met elkaar maken ze wel een redelijk betrouwbare beoordeling mogelijk. De definitieve diagnose wordt pas gesteld door het aantonen van kankercellen. Daarvoor neemt de uroloog, via de anus, met een holle naald hapjes uit verdachte knobbels in de prostaat. Onder de microscoop wordt vervolgens gekeken of er inderdaad sprake is van kankercellen.

Voor de behandeling is het belangrijk te weten of er al uitzaaiingen zijn. Daarvoor wordt een aantal technieken gebruikt: laboratoriumonderzoek van het bloed, r
terug naar boven

Hoe gaat het verder.
De prognose van prostaatkanker hangt af van de uitgebreidheid (tumorgrootte, wel of geen uitzaaiingen) en de agressiviteit ervan (goed of slecht gedifferentieerd). De meeste mannen worden nooit ziek. Als het gezwel in een vroeg stadium wordt ontdekt en behandeld is er een grote kans op genezing; is het gezwel uitgezaaid, dan is doorgroei een paar jaar af te remmen, maar niet blijvend.
terug naar boven